Ik ontmoette de jonge ouders thuis. Het meisje had na de geboorte slechts een paar minuten geleefd. De ouders hadden hun kindje achtergelaten in het mortuarium van het ziekenhuis en het daarna niet meer gezien.
Of ik de uitvaart wilde regelen.
De ouders waren heel nuchter en toonden (in ieder geval naar mij toe) geen emotie. Toen ik weer in mijn auto zat kwam het besef: ze blokkeren hun gevoel, ze durven niet bij hun verdriet te komen. Wat is dit intens triest.
Ik regelde de akte overlijden bij de gemeente en de tijd en plaats van de crematie. Een stille of “technische” crematie zou het worden. Zonder ouders.
Ik probeerde de ouders te overtuigen om een mandje voor hun baby uit te kiezen, maar ook daar wilden ze eigenlijk niet aan. Gelukkig hebben ze toch een mandje uitgezocht.
Bij het mortuarium waren ze heel erg lief en behulpzaam. “Wil je het kindje nog zien” vroegen ze, “het is zo mooi”. De vraag overviel me een beetje, hier had ik niet op gerekend. Ja ik wil haar graag nog even zien. Ze brachten de baby naar een kamertje en lieten mij alleen met het kindje. Ik vouwde het doekje eerst van haar gezichtje, wat was ze mooi en toen ik de doek helemaal weg vouwde zag ik dat het een prachtig klein mensje was, met alles er op en er aan.
Het ontroerde mij. Ik noemde haar naam, sprak wat woordjes en legde haar voorzichtig in het mooie mandje. Op dat moment kwam de medewerker weer binnen. “wat is ze mooi hé” zei hij. Ja wat is ze mooi. Zo jammer dat de ouders dit niet mee kunnen maken.
Ik pakte het mandje met de baby, liep naar mijn auto en zette het mandje op de grond voor de bijrijdersstoel. Daar ging ik op weg naar het crematorium. Het was een hele vreemde rit, ik weet nog dat het voelde of ik in een soort trance was. De buitenwereld bestond even niet meer. Er passeerden auto’s maar ze gleden voorbij zonder geluid.
De baby in het mandje, klassieke muziek zachtjes uit de speakers, zo reden we verder.
In het crematorium heb ik je overhandigd aan een medewerker en daarna ben ik naar huis gereden. In stilte, even geen muziek.
Dag lief klein meisje, wat was je mooi.